Implementation and evaluation of an occupational therapy intervention at home for dementia patients and their primary caregivers
Projectomschrijving
Verslagen
Eindverslag
Ergotherapie aan huis bij dementie (EDOMAH-interventie) bleek in onderzoek (kosten-)effectief in het verbeteren van het dagelijks functioneren van ouderen met dementie en het gevoel van competentie van hun mantelzorgers. Daarnaast verbeterde EDOMAH de kwaliteit van leven, stemming en gezondheidstoestand van beiden. Belangrijk is om deze effectieve interventie in de praktijk in te voeren, zodat thuiswonende ouderen met dementie en hun mantelzorgers in heel Nederland hiervan gebruik kunnen maken. Hiertoe is implementatieonderzoek uitgevoerd, waarbij een nieuwe gecombineerde implementatiestrategie werd ingezet om EDOMAH vanuit 45 instellingen (ziekenhuizen, verpleeghuizen, GGZ) in 3 regio’s in Nederland in te voeren. Deze nieuwe strategie werd ontwikkeld op basis van onderzoek naar knelpunten bij invoering van EDOMAH in de praktijk. Doel van het onderzoek was om in een clustergerandomiseerd onderzoek het effect van deze nieuwe implementatiestrategie te onderzoeken. De nieuwe strategie is enerzijds gericht op het vergroten van de kennis en motivatie van managers en artsen en anderzijds op intensieve begeleiding van ergotherapeuten op de werkplek (zowel training in EDOMAH- als in implementatievaardigheden). De nieuwe strategie werd vergeleken met de oude die enkel scholing van ergotherapeuten betrof. Ieder cluster moest minimaal uit twee ergotehrapeuten, een arts en een manager bestaan. In totaal deden 94 ergotherapeuten, 80 artsen en 48 managers mee op baseline. Uitkomsten: aantal EDOMAH verwijzingen en toepassing van EDOMAH door ergotherapeuten op baseline, 6 en 12 maanden.
Dit onderzoek evalueert de effectiviteit en de kosteneffectiviteit van twee implementatiestrategieën (een gecombineerde strategie en een educatieve strategie (de gebruikelijk strategie),bedoeld om uitvoering van deze ergotherapiebehandeling bij ouderen met dementie en hun mantelzorgers in de praktijk mogelijk te maken. Daarnaast zijn deze strategieën gericht op het vergroten van de mate van adherentie van ergotherapeuten aan dit effectief gebleken ergotherapie programma (Graff et al., 2006).
Er wordt een cluster gerandomiseerd en gecontroleerd design gebruikt om de twee implementatiestrategieën te vergelijken. Hierbij worden 45 clusters uit 3 settingen van de gezondheidszorg (verpleeghuizen, algemene ziekenhuizen, GGZ instellingen) geworven. Elk cluster bestaat uit 2 ergotherapeuten, minimaal 1 arts en 1 manager. Ergotherapeuten uit de clusters in de controlegroep ontvangen een 3-daagse post-HBO cursus in theorie en vaardigheden behorend bij de richtlijn (de huidge strategie). Ergotherapeuten uit de clusters in de experimentele groep ontvangen naast deze gebruikelijke post-HBO cursus eveneens een tweedaagse training gericht op implementatie (hoe informeer en motiveer ik mijn arts/verwijzer en manager), minimaal 5 coachingsessies op de werkplek en ze verkrijgen toegang tot een web-based rapportagesysteem en discussieforum. Artsen en managers uit de clusters van de experimentele groep worden door middel van nieuwsbrieven, informatiemails en telefonische gesprekken geïnformeerd over de ergotherapiebehandeling en gemotiveerd om intensief met de ergotherapeuten samen te werken en naar de ergotherapiebehandeling te verwijzen (artsen) en om het gebruik van de richtlijn te faciliteren (managers).
Voor de start van het onderzoek (baseline) en 6 en 12 maanden na baseline worden gegevens verzameld m.b.t. de adherentie van de ergotherapeuten aan de richtlijn en de kennis van de ergotherapeuten, verwijzers en managers. Ook worden er gegevens verzameld met betrekking tot het aantal uitgevoerde ergotherapiebehandelingen op basis van deze interventie aan huis en wordt het aantal verwijzingen in kaart gebracht Secundair worden er gegevens verzameld van cliënten en mantelzorgers (m.b.t. het dagelijks functioneren, kwaliteit van leven etc.) voor de start van de behandeling, en 6 en 12 maanden hierna, om te zien of een effectievere uitvoering van de ergotherapiebehandeling ook betere patiënt- en mantelzorger uitkomsten laat zien.