Mobiele menu

Implementatie van preoperatieve screening en ademhalingsspiertraining bij open hartoperatie

Projectomschrijving

Verslagen


Eindverslag

In de literatuur is veel gerapporteerd over longcomplicaties na een open hart operatie. Na cardiale complicaties zijn long complicaties de meest voorkomende complicaties na deze operatie. De gevolgen hiervan kunnen groot zijn. Eerder onderzoek heeft aangetoond dat preoperatieve ademspiertraining het aantal long complicaties na een open hart operatie vermindert. De resultaten van deze studie hebben landelijk veel aandacht gekregen, echter brede implementatie van preoperatieve ademspiertraining komt niet van de grond. De primaire doelstelling van dit implementatie onderzoek was om inzicht te verkrijgen in de bevorderende en belemmerende factoren voor implementatie van preoperatieve ademspiertraining, het opstellen van een implementatieplan en het ontwikkelen van een protocol ‘preoperatieve ademspiertraining voor open hart chirurgie’ met daarin de inhoudelijke en logistieke informatie.

Samenvatting van de aanvraag

Na de publicatie van de studie van Hulzebos e.a. naar preoperatieve ademhalingsspiertraining (IMT) voorafgaand aan hartchirurgie (de PORT studie van Dr. N.L.U. van Meeteren [projectleider] en Dr. E. Hulzebos [destijds projectmedewerker/promovendus]; ZonMw projectnr. 1300004) is binnen de fysiotherapiewereld en ZonMw enthousiast gereageerd op de resultaten. Deze grote gerandomiseerde studie heeft zeer positieve resultaten opgeleverd, met name uitgedrukt in het terugdringen van het aantal postoperatieve pulmonale complicaties (PPC’s).(1) Het onderzochte fysiotherapeutisch programma bestond uit ademhalingsspiertraining, ademhalingsoefeningen en het aanleren van hoesttechnieken. Deze interventie werd thuis toegepast bij mensen met een hoog risico op postoperatieve pulmonale complicaties. Het programma werd gevolgd gedurende tenminste 2 weken voorafgaand aan de operatie. De patiënten kregen de opdracht dagelijks in totaal 20 minuten de ademspieren te versterken door middel van een zogenaamde ademspiertrainer. Deze oefeningen werden 6 maal per week zelfstandig uitgevoerd en eenmaal per week onder supervisie van een fysiotherapeut. De fysiotherapeut kwam thuis langs en droeg zorg voor training op maat en optimale trainingsinstellingen. Uit de resultaten bleek dat preoperatieve fysiotherapie, bij patiënten met een verhoogd risico op het ontstaan van postoperatieve pulmonale complicatie (PPC), leidt tot een reductie in aantal PPC’s, longontstekingen en aantal ligdagen in het ziekenhuis. Deze VIMP aanvraag is geschreven naar aanleiding van het toekennen van de Parel voor dit onderzoeksproject Het doel van deze aanvraag is om ervoor te zorgen dat er enerzijds meer onderbouwing en inzicht komt voor de interventie (o.a. IMT), en anderzijds om een netwerk op te bouwen waardoor de interventie primair regionaal (maar daarna ook landelijk) een goede inbedding in de zorg kan krijgen. Concrete resultaten van dit project zullen zijn: 1.Goed wetenschappelijk onderbouwd en voor de praktijk benutbaar ketenprotocol voor preoperatieve screening en ademhalingsspiertraining (SIMT). 2.Set van proces-, structuur- en uitkomstindicatoren t.b.v. keten waar SIMT in plaats moet vinden; 3.Kennissynthese en determinantenanalyse t.b.v. implementatieplanvorming 4.Een implementatieplan voor a.de (regionale) implementatie van SIMT voor patiënten die een open hartoperatie (o.a. CABG) moeten ondergaan. b.de implementatie van de onder 2 bedoelde indicatoren in de keten 5.Een kennisnetwerk rondom IMT met daarin zowel behandelaars, onderzoekers als beleidsmakers 6.Een landelijk symposium. (1) Preoperative intensive inspiratory muscle training to prevent postoperative pulmonary complications in high-risk patients undergoing CABG surgery: a randomized clinical trial. Hulzebos EH, Helders PJ, Favié NJ, De Bie RA, Brutel de la Riviere A, Van Meeteren JAMA. 2006 Oct 18;296(15):1851-7

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
17100095001
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2011
2012
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Dr. I.G. van de Port
Verantwoordelijke organisatie:
Universitair Medisch Centrum Utrecht