Sportblessurepreventie: 6 nieuwe projecten
ZonMw ontving 16 aanvragen voor de subsidieronde Sportblessurepreventie 2018. Van deze zijn 6 projecten gehonoreerd. Deze projecten starten eind dit jaar en duren 2 jaar. De projecten richten zich op het testen van het effect van een interventie en/of na invoering op het succes van implementatie. Waar nodig worden interventies eerst doorontwikkeld. Dit gebeurt samen met praktijkpartners zoals sportbonden, sportverenigingen en organisatoren van sportevenementen.
We stellen de 6 projecten graag aan u voor:
- Warming-up programma’s bij volleybal en hockey. De eerder effectief gebleken programma’s ‘VolleyVeilig’ en ‘Warming-up Hockey’ bestaan uit een aantal warming-up oefeningen en zijn beschikbaar via een app en website. Voor de landelijke implementatie van deze interventies wordt een plan opgesteld, uitgevoerd en geëvalueerd.
- Minder blessures in het jeugdvolleybal. ‘VolleyVeilig’ is ontwikkeld voor volwassenen. In dit project wordt het effect van dit programma getest bij de jeugd van 10 tot 16 jaar. Coaches geven iedere week de blessures door, zodat het effect van de oefeningen voor de jeugd gemeten wordt.
- Rode kaart voor voetbalblessures. Het internationaal ontwikkelde ‘11+ programma’ dat blessures voorkomt in het voetbal, wordt vertaald naar de Nederlandse context. Vervolgens wordt een implementatieplan ontwikkeld en vindt na invoering een evaluatie plaats.
- 10 stappen tegen hardloopblessures. Het doel van het programma ‘10 steps 2 outrun injuries’ is het voorkomen van blessures bij recreatieve hardlopers door online adviezen en oefeningen te geven. Rondom een hardloopevenement wordt het effect getest.
- Implementatie van RunFitCheck. Op basis van de eigen fysieke capaciteit en het gestelde doel geeft ‘RunFitCheck’ trainingsadvies op maat. Het stimuleert preventief gedrag (denk aan het doen van een goede warming-up) bij beginnende hardlopers. De interventie wordt ingevoerd en geëvalueerd.
- Blessurevermindering in het judo. Het internationale programma ‘Judo 9+’ dat oefeningen bevat om spieren sterker te maken en een betere balans te krijgen, wordt vertaald naar de Nederlandse context. Als het effect ervan positief is worden stappen gezet om de interventie landelijk in te voeren.
Programma Sportblessurepreventie
De aanleiding voor het programma Sportblessurepreventie is de stijging van het aantal nieuwe sportblessures in Nederland. In 2013 liepen sporters in Nederland naar schatting 4,5 miljoen sportblessures op. De kans op het ontstaan van een nieuwe sportblessure is tussen 2008 en 2014 met maar liefst 14% gestegen. Daarom is eind 2015 het programma Sportblessurepreventie van start gegaan. Het doel van het programma is om met het ontwikkelen en toepassen van kennis en interventies bij te dragen aan het verlagen van het aantal nieuwe sportblessures. Dit zorgt voor een hogere sportparticipatie, meer sportplezier en voor minder aan sportblessures gerelateerde kosten voor de maatschappij.
Kennis delen
De komende periode worden de resultaten van de projecten die vanuit de eerste subsidieronde van start zijn gegaan verder verspreid. Onder andere op het symposium Sportblessurepreventie van VeiligheidNL (8 november, Amsterdam) en op het Sportmedische Wetenschappelijk Jaarcongres van de VSG (28-30 november, Ermelo). De projecten die vanuit de tweede subsidieronde zijn gehonoreerd starten eind dit jaar en worden eind 2020 afgerond.
Meer informatie
- Programma Sportblessurepreventie
- Sport en bewegen bij ZonMw
- Publicaties VeiligheidNL Zie 'Cijferfactsheet Sportblessures algemeen 2013'
- Symposium VeiligheidNL Sportblessurepreventie
- Sport Medisch Wetenschappelijk Jaarcongres