Onderzoeksprogramma Sport versterkt sportonderzoek

Het Onderzoeksprogramma Sport versterkt het wetenschappelijke en multidisciplinaire onderzoek op het terrein van sport en bewegen. De beoogde samenwerking tussen sport- en zorgpraktijk is gerealiseerd, wat al veel waardevolle kennis, innovaties en producten voor de praktijk heeft opgeleverd. Dit zijn enkele conclusies die door Bureau Bartels worden getrokken in de eindevaluatie van het Onderzoeksprogramma Sport.

‘Binnen de 25 uitgevoerde onderzoeksprojecten is en wordt veel waardevolle nieuwe wetenschappelijke kennis op het terrein van sport en bewegen ontwikkeld’, zo concludeert Bartels in haar rapport. Verder draagt vrijwel elk onderzoeksproject met de ontwikkelde kennis op zijn eigen manier bij aan de realisatie van de inhoudelijke doelstellingen van het programma en de doelstellingen van drie programmapijlers Presteren, Meedoen en Vitaal.

Samenwerking

Het Onderzoeksprogramma Sport heeft een uniek fundament gerealiseerd voor multidisciplinair wetenschappelijk sportonderzoek. In het rapport geven de geïnterviewde projectleiders aan dat het programma heeft geleid tot meer concrete en meer structurele samenwerking tussen wetenschappelijke disciplines onderling en tussen verschillende kennisinstituten.
Ook de beoogde samenwerking met de praktijk is gerealiseerd, stelt Bartels. Dat leverde al veel waardevolle kennis, innovaties en interventies voor de praktijk op. Ook de komende periode wordt gewerkt aan de verspreiding, implementatie en valorisatie van de opgedane kennis en ontwikkelde innovaties en interventies.
De resultaten worden steeds belicht op de website en in de nieuwsbrief van het programma (zie www.sportonderzoek.com).

Massa in sportonderzoek

Gedurende haar looptijd heeft het Onderzoeksprogramma Sport zeker bijgedragen aan meer massa in het sportonderzoek, zo concludeert Bureau Bartels. Er is immers vanuit de samenwerking tussen verschillende financiers meer geld beschikbaar gekomen specifiek voor sportonderzoek. Projectleiders geven hierbij wel aan dat ze onzeker zijn of deze middelen ook in de toekomst beschikbaar blijven. Positief is dat met een nieuw onderzoeksprogramma Sport en Bewegen weer gezamenlijk wordt geïnvesteerd in sportonderzoek. Dit nieuwe programma sluit inhoudelijk aan op de thema’s die zijn benoemd in de kennisagenda sport en bewegen en de NWA-route sport en bewegen. Met de ontwikkeling van deze kennisagenda en deze NWA-route hebben onderzoekers samen met de sportpraktijk voor de komende periode een nadere focus aangebracht in het sportonderzoek. Hiermee wordt al invulling gegeven aan een aantal aanbevelingen die Bureau Bartels doet in haar eindevaluatie.

Timing evaluatie

De eindevaluatie moest inzicht geven in de mate waarin de doelstellingen van het programma zijn gerealiseerd en wat de voorlopige wetenschappelijke en maatschappelijke opbrengsten zijn van de projecten. De evaluatie vond echter plaats op een moment dat de meeste projecten nog niet (volledig) zijn afgerond. Dit is zo getimed zodat de resultaten meegenomen konden worden in de beleidsdoorlichting Sport van VWS en in de opzet van een nieuw onderzoeksprogramma op het terrein van sport en bewegen.
De evaluatie geeft daarom nog geen volledig beeld, maar wel een goede stand van zaken van de resultaten van het programma.

Het onderzoeksprogramma

In opdracht van VWS en NOC*NSF is tussen 2012 en 2017 het Onderzoeksprogramma Sport uitgevoerd met als doel wetenschappelijk onderzoek op het terrein van sport en bewegen te versterken en om hoogwaardige en duurzame kennis te ontwikkelen voor de praktijk.
Dit programma is gezamenlijk ontwikkeld, medegefinancierd en uitgevoerd door NWO-SGW (voorheen NWO/G), NWO-TTW (voorheen NWO/STW) en ZonMw. Dit in samenwerking met de Stichting Innovatie Alliantie (SIA).

Meer informatie