Niet samenwerken omdat het moet, maar omdat het helpt
Commitment en gedeelde visie vanuit operationeel, organisatie- en netwerkniveau
Het is belangrijk dat er betrokkenheid is op alle niveaus: het operationeel, organisatie- en netwerkniveau. Uit het onderzoek bleek dat een wisselwerking tussen de niveaus, een gedeelde visie en commitment van belang zijn.
Een gedeelde visie op hoe werkprocessen ingericht zouden moeten worden en waar de focus op moet liggen is noodzakelijk. Deze visie zou op alle niveaus erkend en uitgedragen moeten worden. Niet alleen binnen organisaties, maar ook tussen organisaties (netwerkniveau). Dat draagt vervolgens ook bij aan het eigenaarschap. Het onderzoek wijst echter uit dat in de praktijk niet alle niveaus en organisaties op de hoogte zijn van de visie binnen hun regio of deze expliciet uitdragen.
Praktische randvoorwaarden
Naast een gedeelde visie en het creëren van commitment wijst het onderzoek op een aantal ‘praktische’ randvoorwaarden, zoals het maken van afspraken over werkprocessen en financiële middelen, voldoende capaciteit en duidelijkheid over privacyregels. Iedere organisatie en ieder niveau kijkt vanuit zijn eigen praktijk naar wat nodig en passend is. Het regelen van praktische zaken vraagt daarom om veel afstemming. Het onderzoek laat zien dat rond deze zaken barrières kunnen bestaan die het samenwerken in de weg staan. Het kan in een dergelijke situatie bijdragen als iemand ‘van binnenuit’ de leiding neemt over het veranderproces. Deze persoon is goed bekend met de organisatie en belangen en heeft mandaat om veranderingen door te voeren.
Randvoorwaarden op operationeel niveau
Op operationeel niveau is een aantal randvoorwaarden van belang in het kader van de hulpverlening in casuïstiek rondom huiselijk geweld en kindermishandeling. Waaronder doortastend werken, expertise over huiselijk geweld en kindermishandeling, grenzen mogen, kunnen en durven opzoeken, over de eigen waarden kunnen heen stappen, en ‘out of the box’ kunnen denken. Er bleek een discrepantie te zijn tussen de ruimte die professionals krijgen en de ruimte die zij ervaren. Het uitdragen van de mogelijkheden om grenzen op te zoeken en buiten de bestaande kaders te denken door managers en bestuurders kan professionals mogelijk helpen de ruimte die er is beter te benutten.
Brede blik en betrokkenheid
Het onderzoek wijst uit dat verschillende domeinen die van belang zijn bij casuïstiek rondom huiselijk geweld en kindermishandeling, zoals jeugd, veiligheid en zorg, in veel gevallen hun eigen werkwijze hebben en onvoldoende samen optrekken. De complexe casuïstiek vraagt echter om een brede blik en betrokkenheid van actoren uit meerdere disciplines. Wanneer deze domeinen of disciplines structureel inzien dat hun betrokkenheid noodzakelijk is, zal dat de samenwerking ten goede komen.
Oplegger bij het rapport
Het rapport met de daarin de onderzoeksresultaten is erg uitgebreid. Daarom is er aanvullend op het rapport een oplegger gemaakt: Wat werkt bij de domeinoverstijgende aanpak van HGKM? Deze oplegger is een concrete vertaling van het onderzoek naar de werkpraktijk voor mensen die in of om dit thema werken. De oplegger is opgebouwd vanuit de situatie en behoefte van het kind en het gezin. Vanuit deze centrale positie is op verschillende niveaus te lezen welke randvoorwaarden nodig zijn en hoe het er in de praktijk uitziet of uit kan zien om (netwerk)samenwerking te realiseren.
In de oplegger zijn de werkzame elementen toegewezen aan:
- Bestuurders
- Managers en directie
- Functioneel leidinggevenden
- Professionals
Onderzoeksprogramma Geweld hoort nergens thuis
Het onderzoeksprogramma Geweld hoort nergens thuis levert een bijdrage aan de ondersteuning van de praktijk en biedt handvatten om de aanpak van kindermishandeling en huiselijk geweld te verbeteren, te borgen en te verduurzamen. Het bieden van de juiste aanpak op individueel en gezinsniveau vergt gedegen kennis bij gemeenten en professionals.