Hoe kunnen we verantwoorde onderzoekspraktijken verankeren in de wetenschap?
Op 31 oktober 2019 maakten de betrokken onderzoekers gezamenlijk de balans op. De belangrijkste conclusie is dat er een actieve community is ontstaan die inzicht heeft gekregen in verschillende factoren die verantwoord onderzoek belemmeren. Nu is het tijd om met deze kennis oplossingen te bieden en die in de praktijk te brengen.
Gezond verstand en openheid
Wetenschap is een dynamisch en complex systeem van individuele onderzoekers, instituties en cultuur. Om drempels voor verantwoorde onderzoekspraktijken weg te nemen is dan ook niet een eenduidige oplossing te vinden, zoals dr. Guus Dix (CWTS) en dr. Fenneke Blom (VU Amsterdam) schetsten in hun presentaties. Beiden onderscheiden zij drie niveaus: het wetenschappelijk systeem als geheel (o.a. publicatiedruk en hypercompetitie), onderzoeksculturen (o.a. verkeerde rolmodellen en te kort aan training) en de individuele onderzoekers (o.a. belangentegenstellingen en morele houding) . Als we de kwaliteit van onderzoek en de integriteit van onderzoekers en onderzoeksgroepen willen verbeteren, zijn er maatregelen nodig op deze drie niveaus.
Gedeelde verantwoordelijkheid
In de discussie na afloop van de presentaties gingen de deelnemers in op de knelpunten en mogelijke oplossingen. De belangrijkste conclusie hier was dat het bevorderen van kwaliteit van onderzoek en integriteit een gedeelde verantwoordelijkheid is. Kernwoorden waren o.a. opleiding en training, rolmodellen, voorbeelden in andere sectoren en een open cultuur. Er waren ook waarschuwingen: geef ruimte aan bottom-up initiatieven, pas op voor bureaucratisering en het creëren van een angstcultuur, en houd oog voor de verschillen tussen de wetenschappelijke domeinen en disciplines. En voorkom dat de discussie over verantwoorde onderzoekspraktijken beperkt blijft tot de bubbel van de onderzoekers van de programma’s Bevorderen van Verantwoorde Onderzoekspraktijken (BVO) en Replicatiestudies (RS).
Replicatie als belangrijke tool
Replicatieonderzoek is belangrijk voor de kwaliteit van onderzoek. Dat bleek o.a. uit de presentatie van prof. dr. Karina van Dalen-Oskam (UvA) waarin zij liet zien dat met de komst van digitale archieven het veel gemakkelijker is geworden om terug te gaan naar de bronnen en onderzoek te herhalen. Dr. ir. Joost de Winter (TUD) presenteerde zijn replicatie van een beroemd onderzoek van Amerikaanse hoogleraar Eckhard Hess uit 1960 naar de relatie tussen pupilgrootte en interesse in wat we zien. De Winter moest vaststellen dat de conclusie van Hess niet bevestigd kon worden. Deze en de andere projecten uit het programma Replicatiestudies bewijzen dat replicatie van onderzoek een belangrijke tool is om de kwaliteit van onderzoek en de robuustheid van onderzoeksresultaten vast te stellen.
Meer ruimte voor onderzoek naar onderzoek
Veranderingsprocessen kosten tijd. Er is inmiddels een beweging op gang gekomen om de onderzoekspraktijken te verbeteren, mede door BVO en Replicatiestudies (RS). Om verantwoorde onderzoekspraktijken structureel te verankeren in de dagelijkse gang van zaken van wetenschappelijk onderzoek is nog veel meer nodig: o.a. de implementatie van de opgedane kennis en het betrekken van promovendi en postdocs bij de noodzakelijk vernieuwingsprocessen. En zoals beide programmavoorzitters prof. dr. Eduard Klasen (BVO) en prof. dr. Lex Bouter (RS) benadrukten: meer ruimte voor onderzoek naar onderzoek. Een eerste aanzet hiervoor is gedaan met het position paper ’Promoting Responsible Research Practices’. Deelnemers konden in de middag van 31 oktober hun input geven op dit paper. Later dit jaar zal ZonMw een consultatieronde organiseren om alle onderzoekers de kans te bieden op dit paper te reageren.