Richtlijnontwikkelaars gezocht: waarom jouw expertise het verschil kan maken
Als procesbegeleider en richtlijnmethodoloog zorg je ervoor dat alle spelers hierin hun stem kwijt kunnen. Mariska Tuut en Janneke Metselaar, beide lid van de ZonMw-programmacommissie, vertellen enthousiast over de JGZ-richtlijnen, het herzien hiervan en de rol van richtlijnontwikkelaars hierin.
JGZ-richtlijnen: optimale zorg voor alle jeugdigen en hun ouders
De JGZ houdt de kwaliteit van de zorg hoog met meer dan 30 richtlijnen. JGZ-richtlijnen zijn landelijk geldende, vakinhoudelijke aanbevelingen voor optimale zorg voor jeugdigen en hun ouders. Ze bieden jeugdartsen, jeugdverpleegkundigen en doktersassistenten ondersteuning bij de besluitvorming. Om de beste zorg te kunnen blijven geven, is het van belang dat deze JGZ-richtlijnen gebaseerd zijn op de laatste stand van de wetenschap en actuele praktijkkennis. Het omzetten van de JGZ-richtlijnen naar modules en het herzien van verschillende richtlijnen gebeurt de komende jaren in fases en met behulp van clusters. Alle JGZ-richtlijnen zijn onderverdeeld in 5 clusters waardoor er structuur wordt aangebracht in de veelheid van richtlijnmodules. Benieuwd welke richtlijn onder welk cluster valt? Bekijk het overzicht.
ZonMw zoekt nu richtlijnontwikkelaars voor de clusters Ontwikkeling & Zintuigen en Lichaam. Richtlijnmethodologen die ervaring hebben met het ontwikkelen van richtlijnen en affiniteit hebben met de JGZ. Procesbegeleiders die in staat zijn om in samenwerking met de inhoudelijke expertise vanuit de clusterwerkgroep toe te werken naar werkbare en leesbare richtlijnmodules. Die aansluiten bij de laatste wetenschappelijke- en praktijkkennis.
Meer weten? Bekijk de subsidieoproep:
- Het omzetten en herzien richtlijnen JGZ - Ontwikkeling & Zintuigen
- Het omzetten en herzien richtlijnen JGZ - Het lichaam
Vragen? Stel ze via richtlijnenjgz@zonmw.nl.
Wat houdt het herzien van de richtlijnen in?
Herzien van de richtlijnen houdt in dat kritisch gekeken wordt of de uitgangspunten nog kloppen en of de juiste knelpunten zijn geïdentificeerd. Mariska Tuut, richtlijnmethodoloog en commissielid van de ZonMw-programmacommissie Richtlijnen JGZ 2019-2024: ‘Denk aan aspecten als: welke vragen willen we in deze richtlijn beantwoorden, hoe willen we dat doen, welke evidence is beschikbaar en wat is haalbaar in de praktijk?’ Hierbij zijn 3 bronnen van informatie de pijlers, zo vult Janneke Metselaar, lector Zorg voor Jeugd en voorzitter van deze programmacommissie, aan. ‘De laatste wetenschappelijke kennis, de expertise van de zorgprofessionals én de ervaringskennis van de jeugdigen en hun ouders.’ Dat is een flinke puzzel die gelegd moet worden. Richtlijnontwikkelaars spelen hierin een belangrijke rol. Zij kunnen hiervoor een subsidie aanvragen bij ZonMw.
'In de ontwikkelfase gaan we de belangrijkste knelpunten formuleren, zoeken naar evidence en in gesprek met de doelgroep. Bijvoorbeeld via een focusgroep met pubers over wat zij belangrijk vinden voor hun gezondheid.'
Evidence-based richtlijnontwikkeling in de 3 fasen
De aanpak is een methode van evidence-based richtlijnontwikkeling. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de AQUA-leidraad, een soort ‘Richtlijn voor Richtlijnen’. Deze deelt het herzieningsproces in 3 fasen in: de voorbereiding, de ontwikkeling en de afronding. Onderdeel van de voorbereiding is onder meer het instellen van een clusterwerkgroep waarin onder andere de verschillende beroepsgroepen zijn vertegenwoordigd. In de ontwikkelfase gaan we de belangrijkste knelpunten formuleren, zoeken naar evidence en in gesprek met de doelgroep. Mariska: ‘Bijvoorbeeld via een focusgroep met pubers over wat zij belangrijk vinden voor hun gezondheid.’ Janneke: ‘De programmacommissie kijkt actief mee of alle partijen ook daadwerkelijk aan tafel zitten tijdens een ontwikkelproces en alle componenten uit de leidraad goed geborgd zijn. Het zijn de richtlijnontwikkelaars die hiervoor aan de lat staan.’
De richtlijnontwikkelaar als facilitator
De richtlijnontwikkelaars doen de methodologische en procesmatige ondersteuning bij het herzien van de richtlijnen. In de ontwikkelfase voeren zij bijvoorbeeld het literatuuronderzoek uit. Dat gebeurt volgens de GRADE-approach, een methode om evidence goed te wegen. Mariska licht toe: ‘Dat gaat om hoe zeker we zijn van het wetenschappelijke bewijs en hoe stellig we aanbevelingen dus kunnen formuleren.
Samenwerken met de clusterwerkgroep
De clusterwerkgroep is samen met de richtlijnontwikkelaars verantwoordelijk voor het uitwerken van de nieuwe of herziene richtlijnmodules volgens de beschreven aanpak. Een clusterwerkgroep bestaat uit vertegenwoordigers van de beroepsverenigingen van jeugdartsen, jeugdverpleegkundigen en doktersassistenten, en uit inhoudelijke experts en ervaringsdeskundigen. Gezamenlijk stellen ze de uitgangsvragen vast, maken de afwegingen en aanbevelingen en hebben het dus inhoudelijk voor het zeggen.
Richtlijnmodules: werkbaar in updaten en gebruik
Janneke: ‘Door de omvangrijke richtlijnen op te breken in kleinere blokken kunnen we ze slagvaardiger en efficiënter updaten. Ook wordt het gebruik van de richtlijnen overzichtelijker en toegankelijker.’ Elk blokje wordt één module die een uitgangsvraag beantwoordt. Elke module start met een uitgangsvraag, opgevolgd door een aanbeveling, een onderbouwing, verantwoording en bijbehorende documenten. De indeling in modules maakt het ook makkelijk om de onderlinge samenhang aan te geven, en te linken naar de aanpalende disciplines zoals Jeugdhulp en de Jeugdpsychiatrie. Een mooi voorbeeld van dergelijke kruisbestuiving is bijvoorbeeld de brochure over ondervoeding. Deze is ontwikkeld in de JGZ-richtlijn ondergewicht en gelinkt is aan de brochure opvoedondersteuning bij Jeugdhulp. Een ander mooi voorbeeld is de nauwe samenwerking met de NVK waarbij in samenspraak met de JGZ een extra module diagnostiek naar ondergewicht voor kinderartsen is opgenomen.
De kracht is de diverse samenstelling waarbij we vanuit veel invalshoeken naar oplossingen op zoek gaan waar de zorg beter van wordt. Het is net als puzzelen, het blijft ontzettend leuk.
Wat zijn hierbij de uitdagingen?
Mariska: ‘Hoe behouden we het overzicht van de vele modules en zorgen we dat iedereen ervan op de hoogte blijft? De afstemming met partijen en de borging zijn heel belangrijk.’
Janneke: ‘In samenspraak met de clusterwerkgroepen is er een voorstudie gedaan naar hoe we de richtlijnen opknippen. Daar is goed over nagedacht. Bovendien werken de medisch specialisten al met modules dus we hoeven het wiel niet helemaal uit te vinden.’ Verder ligt de uitdaging vooral op het vlak van implementatie. Na de afrondingsfase van de richtlijnontwikkeling, die eindigt met publicatie van de richtlijnmodules op de site van het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ), begint het werken met de richtlijnen in de praktijk.
Het gebruik in de praktijk
Het gebruik van de richtlijnen in de praktijk staat of valt met een goede implementatie. Na het testen van de richtlijnen met een commentaarronde en een praktijktest worden de JGZ-richtlijnen opgeleverd met diverse kennisproducten. Een samenvatting voor de professionals en een voor de jeugdigen met hun ouders; een PowerPointpresentatie voor de implementatiecoaches bij de GGD’en; een BDS-protocol waarmee professionals in de Basisdataset hun aanbevelingen kunnen registreren. ‘En last but not least het richtlijnenspel dat professionals spelenderwijs laat kennismaken met de inhoud van de richtlijn’, zegt Mariska. ‘Er zijn vragen en weetjes, en de vraag van de dag. Veel mensen zijn hier enthousiast over.’