Studie naar borstkankerbehandeling voorbeeld van succesvolle samenwerking

Abemaciclib, palbociclib en ribociclib zijn effectieve geneesmiddelen bij vrouwen met uitgezaaide, hormoongevoelige borstkanker. Deze zogeheten CDK4/6-remmers remmen de kankerceldeling en worden toegevoegd aan een hormoontherapie. De vraag in de SONIA-studie: kun je zo’n remmer beter inzetten vanaf de start of pas als de eerste hormoonbehandeling niet meer goed werkt? Voor de manier waarop de studie is opgezet en wordt uitgevoerd, ontving het onderzoeksteam op 31 maart 2022 een ZonMw Parel.

Voor vrouwen met uitgezaaide borstkanker komen steeds betere behandelingen beschikbaar. Bij hormoongevoelige borstkanker is dat het toevoegen van een CDK4/6-remmer aan hormoontherapie. Gabe Sonke, medisch oncoloog aan het Antoni van Leeuwenhoek, is een van de hoofdonderzoekers van de SONIA-studie. ‘Of je een CDK4/6-remmer vanaf de start toevoegt of pas later maakt veel uit. Direct beginnen betekent langer gebruiken, en dus langer bijwerkingen ondervinden. Zoals verminderde bloedaanmaak, vermoeidheid en diarree. En het is niet bekend of direct beginnen – zoals nu internationaal de standaard is – ook tot betere uitkomsten voor de patiënt leidt.’

Geslaagde inclusie

De SONIA-studie zoekt uit welke behandeling een optimale werking oplevert bij een goede levenskwaliteit voor de patiënt. Een van de successen – en een reden voor ZonMw om SONIA een Parel toe te kennen – is de geslaagde inclusie van 1.050 patiënten bij maar liefst 73 ziekenhuizen in Nederland, ondanks corona binnen de geplande vier jaar. Sonke: ‘Van tevoren dachten veel betrokkenen: het gaat nooit lukken! Patiënten en dokters willen meestal het liefst zo snel mogelijk een nieuw geneesmiddel gebruiken. We zijn meteen met Borstkankervereniging Nederland (BVN) gaan praten, de patiëntenvereniging. Zij realiseerden zich heel goed het belang en gingen volop achter de studie staan.’

Relevante studie

Mirjam Velting is belangenbehartiger Kwaliteit van Leven bij BVN. ‘Hormoontherapie in combinatie met een CDK4/6-remmer is voor veel vrouwen een zware behandeling. Alleen al vanwege het groot aantal ziekenhuisbezoeken. Je wilt aan de ene kant je kansen vergroten, maar kwaliteit van leven is minstens zo belangrijk. Voor ons was meteen duidelijk hoe relevant deze studie is. Vrouwen doen graag mee, omdat iedereen gebaat is bij een onderbouwing of een CDK4/6-remmer direct aan de behandeling moet worden toegevoegd of pas later.’ Niet alleen de hoofdstudie is belangrijk, benadrukt Velting. Ook de nevenstudies leveren onmisbare kennis op. Bijvoorbeeld over kwaliteit van leven en effecten op cognitie.

Behandeling op maat

Mede-initiatiefnemer Agnes Jager, internist-oncoloog aan het Erasmus MC, onderschrijft dit van harte. ‘Het doel is een zo gericht mogelijke behandeling, op maat voor iedere patiënt. Naast kwaliteit van leven onderzoeken we onder meer de farmacokinetiek, ofwel de processen waaraan een werkzame stof in het lichaam wordt onderworpen. We monitoren patiënten met PET-scans en bloedsamples. Met alle informatie hopen we specifieke groepen patiënten te kunnen identificeren voor een gerichtere behandeling. Bijvoorbeeld vrouwen bij wie je misschien eerder kunt stoppen met hetzelfde effect.’

Breed draagvlak

Hét sleutelwoord voor de studie is samenwerking (zie de partners onderaan dit artikel). Uniek is de afstemming binnen de Borstkanker Onderzoek Groep (BOOG), waarin alle Nederlandse ziekenhuizen  zijn vertegenwoordigd. Sonke: ‘Een studie als de onze lukt alleen als je intensief samenwerkt. Zonder het datamanagement van IKNL gaat het niet, en dat geldt ook voor de ondersteuning van patiënten door de BVN, om maar twee voorbeelden te noemen. Iedere partij heeft haar eigen onmisbare aandeel.’ Velting noemt het cruciaal dat de Patiënten Adviesgroep (PAG) ook in de voorbereidingsfase intensief betrokken is. ‘We hebben meegedacht over de hele studieopzet. Deze betrokkenheid leidt straks ook tot een betere implementatie van de resultaten, vanwege het draagvlak dat in de samenwerking is opgebouwd.’

Internationale belangstelling

De uitzichten op implementatie vormen zeker ook een reden voor de ZonMw Parel. Alleen al het feit dat 73 ziekenhuizen meedoen, is hiervoor belangrijk. Toenmalig ZonMw-voorzitter Jeroen Geurts zei in oktober 2019 tijdens een werkbezoek: ‘Resultaten kunnen daardoor direct in heel Nederland worden ingevoerd.’ Sonke ziet er zeker goede kansen in. Binnen Nederland is het later inzetten van CDK4/6-remmers nu de standaard. Ook internationaal is de belangstelling groot.’ Het SONIA-team steekt echt zijn nek uit, zoals Sonke het formuleert. ‘We doen dit tegen de druk van de farmaceutische industrie in. Die zien immers wel een deel van hun omzet verdampen.’

Fonds voor nieuwe studies

Juist deze kostenbesparing was een reden voor de zorgverzekeraars om naast de ZonMw-subsidie anderhalf miljoen euro aan SONIA bij te dragen, vervolgt Sonke. ‘De studiekosten bedragen 7,5 miljoen euro. Maar omdat de geneesmiddelen erg duur zijn, besparen we door de studie uit te voeren al 25 miljoen euro. Als we de CDK4/6-remmers inderdaad net zo goed later kunnen inzetten, besparen we alleen al in Nederland straks jaarlijks zo’n 60 miljoen euro.’ Het SONIA-team pleit voor een zogeheten revolving fund, een fonds waarin uitgespaard geld terugvloeit om vergelijkbare studies te kunnen opstarten. Zo’n fonds is nog niet vanzelfsprekend, stelt Sonke, want verzekeraars mogen geen premiegelden gebruiken voor studies. Inmiddels werkt het ministerie van VWS aan een concept-regeling om de besparingen uit SONIA en andere studies wel ten goede te laten komen aan nieuwe onderzoeken.

Momentum gepakt

Na de succesvolle inclusie hoopt het studieteam vanaf eind 2022 de analyses te kunnen gaan doen. Jager: ‘We zitten goed op schema. Ik ben er nog steeds trots op dat we het momentum hebben weten te pakken. Deze middelen kwamen beschikbaar, en wij konden door een goede voorbereiding meteen inspringen op de praktijkvragen die naar boven kwamen, zowel bij patiënten als behandelaars.’ Sonke deelt het trotse gevoel. ‘Ik krijg altijd een glimlach op mijn gezicht als ik denk aan de manier waarop we dit met alle partners hebben opgezet.’ Velting ziet veel nieuwe kansen voor de toekomst. ‘Met SONIA hebben we een prachtige blauwdruk voor vervolgstudies. Als BVN doen we daar graag weer aan mee.’

De SONIA-studie heeft een ZonMw Parel gekregen vanwege de opzet en het succesvolle verloop van de studie, door onder meer een opvallend geslaagde inclusie, de betrokkenheid van het onderzoeksteam bij de deelnemende patiënten en de intensieve samenwerking met maar liefst 73 betrokken ziekenhuizen.  De studie is een initiatief van prof. dr. Gabe Sonke (Antoni van Leeuwenhoek), dr. Inge Konings (Amsterdam UMC) en dr. Agnes Jager (Erasmus MC), namens de Nederlandse borstkankeroncologen samenwerkend in de Borstkanker Onderzoek Groep (BOOG). De studie vindt plaats in nauwe samenwerking met Borstkankervereniging Nederland (BVN), Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) en het instituut Beleid & Management Gezondheidszorg (iMTA) van de Erasmus Universiteit.