Verpleegkundigen spelen een rol in veel aspecten van de zorg. Door het verpleegkundig handelen beter te onderbouwen, wordt de kwaliteit van zorg verder verbeterd. Anne Eskes wil onderzoek, onderwijs en praktijk optimaal combineren en neemt daarom deel aan het leiderschapsprogramma ‘Leadership Mentoring in Nursing Research’, dat met subsidie vanuit ZonMw is ontwikkeld.
In de wondzorg, onderwerp van het promotieonderzoek van Anne Eskes, bestaat bijvoorbeeld veel variatie in zorg. Van veel behandelingen weten we niet welke de voorkeur heeft, maar zelfs áls we het weten baseren we het handelen niet altijd op bewezen effectiviteit. Kwaliteit van zorg en de wens die te verbeteren staat centraal in alles wat ze doet. Dit doet ze door het verzorgen van onderwijs en het coördineren en uitvoeren van praktijkgericht onderzoek.
Toen ze 26 was, promoveerde verpleegkundige Anne Eskes in het Academisch Medisch Centrum (AMC) op onderzoek naar wondzorg. Inmiddels werkt ze als onderzoeker en docent aan de Hogeschool van Amsterdam (HvA) en als coördinator aan het Kenniscentrum Achieve. Een eigen onderzoekslijn opzetten en bestendigen, dat is haar grote uitdaging.
‘Onderzoek binnen het verpleegkundig domein moet idealiter praktijkgericht zijn om zinvol te zijn. En zelfs dan zie je dat nieuwe inzichten uit onderzoek niet vanzelfsprekend hun weg vinden naar de praktijk. Dat heb ik meegemaakt met de resultaten van mijn promotieonderzoek. Het meest effectieve materiaal voor behandeling van donorplaatsen na een huidtransplantatie bleek hydrocolloidverband te zijn. Maar dat was het enige verbandmiddel dat in de praktijk niet voor deze wonden werd gebruikt. Het resultaat was voor sommigen teleurstellend – zij hoopten dat een ander verbandmiddel het beste was. Bovendien moet je hydrocolloid vaker verwisselen en is het minder goed voorradig. Als ik nu een nieuwe studie zou doen, zou ik in het begin al veel beter nadenken over barrières die verpleegkundigen ervaren in de praktijk om resultaten van wetenschappelijk onderzoek uiteindelijk beter toepasbaar te maken. Als je de barrières namelijk kent, dan kun je vooraf beter nadenken over het implementatietraject.’
‘Ik ben blij dat ik mag deelnemen aan het Leiderschapsprogramma. Ik wil graag een eigen onderzoekslijn ontwikkelen, maar ik vind het best lastig om mijn eigen focus daarvoor te vinden. Elke bijeenkomst zet me steeds enorm aan het denken. Door te sparren met elkaar en door kritische vragen die mijn mentoren me stellen, kom ik er verder mee. Ik wil wondzorg nu graag als onderdeel gaan zien van interdisciplinaire zorg voor complexe chirurgische patiënten. Dus niet alleen de toepassing van de beste verbandmaterialen verder onderzoeken, maar ook: hoe organiseer je de zorg in het ziekenhuis en na ontslag? Er zijn zoveel disciplines bij betrokken, bijvoorbeeld medisch specialisten, fysiotherapeuten, diëtisten, huisarts en wijkverpleegkundigen. Verpleegkundigen kunnen in die samenwerking en afstemming een coördinerende rol spelen, maar de vraag is onder meer wat daar allemaal bij komt kijken. We moeten samen met de praktijk onderzoek bedenken en plannen maken die de kwaliteit van zorg kunnen verbeteren.’