Miniscule vuurtoren brengt niertumor in beeld

Regelmatig worden kleine niertumoren operatief verwijderd, terwijl achteraf blijkt dat ze goedaardig zijn. Met een nieuwe techniek, gebaseerd op laserlicht, is het mogelijk dat onderscheid direct te maken. Ook bij sommige andere tumorsoorten lijkt dit een adequate vorm van diagnostiek.

Steeds vaker worden kleine niertumoren bij toeval ontdekt tijdens een CT- of MRI-scan van de buik. De vraag is dan of zo’n tumor goed- of kwaadaardig is, om te weten of een operatie of bevriezing via cryoablatie noodzakelijk is. De bestaande diagnostiek is echter niet afdoende, vertelt Martijn de Bruin. Hij werkt als onderzoeker op de afdelingen urologie en Biomecial Engineering and Physics van het Amsterdam UMC. `Met een lange naald wordt dan een stukje weefsel uit de tumor gehaald voor analyse door de patholoog. Maar als je tijdens het nemen van zo’n biopt de tumor mist of in het centrum raakt, waarbij je voornamelijk met dode cellen te maken hebt, dan weet je nog steeds niet wat voor soort tumor het is. Dit komt toch in 20 procent van de gevallen voor.’

OCT

De Bruin heeft samen met collega’s een nieuwe techniek ontwikkeld, die direct uitsluitsel geeft zonder tussenkomst van een patholoog. Dit werd mede mogelijk gemaakt door subsidie van ZonMw vanuit het Programma Translationeel Onderzoek. De techniek is gebaseerd op de zogenaamde Optische Coherentie Tomografie (OCT), legt De Bruin uit. `De patiënt moet op zijn of haar zij liggen, zodat de nier tegen de onderkant van de huid wordt gedrukt. De interventieradioloog en de uroloog brengen dan onder geleiding van echo een holle naald in de tumor. Door die naald voeren ze een optische fiber in, die beelden maakt van de tumor. Blijkt deze kwaadaardig, dan kan in de toekomst via andere naalden de tumor meteen worden bevroren.’

De Amsterdamse onderzoeker vergelijkt de fiber met een vuurtoren. Op de tip zit een spiegeltje dat het laserlicht in een hoek van 90 graden afbuigt. Doordat de fiber 1600 omwentelingen per minuut maakt en gecontroleerd met een motortje 10 millimeter per seconde naar buiten wordt getrokken, ontstaat er een 3D-afbeelding van het omliggende weefsel. De Bruin: `We gebruiken infrarood laserlicht. Dat dringt een beetje het weefsel in. Natuurlijk wil je ook weten waar de reflectie vandaan komt. Vanwege de hoge snelheid van licht kun je geen tijdsmetingen doen zoals bij echogeluid. Daarom splitsen we het laserlicht in twee bundels: een reflecteert via het spiegeltje en de andere vanuit het weefsel. Door het verschil in reflectie te meten, kunnen we de diepte bepalen.’

Chaotische reflectie

Het mooie van laserlicht is volgens De Bruin dat het niet alleen een beeld geeft van het tumorweefsel, maar ook of het goed- of kwaadaardig is. `Bij gezond weefsel kaatst het licht in een regelmatig patroon terug. Kankercellen hebben veel meer celkernen en organellen omdat ze veel actiever zijn. Die onderdelen verstrooien het licht in een chaotische structuur.’ Door nog meer patiënten te onderzoeken, wil De Bruin kijken of het mogelijk is te bepalen hoe agressief een tumor is, wat belangrijk is voor het bepalen van de behandeling. `Bovendien kijken we of we OCT kunnen inzetten bij prostaat- en longkanker. Normaal moet je bij deze tumoren eveneens biopten nemen. Het zou natuurlijk fantastisch zijn als je ook hierbij op een veel minder invasieve en effectievere manier een diagnose kunt stellen.’

Tekst: John Ekkelboom

Meer informatie

  • ZonMw, SGF en de gezondheidfondsen vinden dat translationeel onderzoek noodzakelijk is om veelbelovende behandelmethoden bij de patiënt te krijgen. Door de krachten te bundelen kunnen beschikbare middelen efficiënter worden ingezet. Dit project is medegefinancierd door het KWF.
  • ZonMw thema Translationeel onderzoek
  • ZonMw Programma Translationeel Onderzoek