'Investering in wijkverpleging verdient een vervolg'

Een motie van Mariëtte Hamer in 2008 was de aanleiding voor de ontwikkeling van het ZonMw-programma Zichtbare schakel. Tien jaar later is het tijd om de balans op te maken. Een dubbelinterview met SER-voorzitter Mariëtte Hamer en hoogleraar verplegingswetenschap Marieke Schuurmans, Chief Nursing Officer. ‘Er is veel bereikt, maar we zijn er nog niet.’

De motie van de toenmalig PvdA-fractieleider Mariëtte Hamer stelde een versterking van de wijkaanpak in probleemwijken voor, met aandacht voor de rol van zorg, onderwijs, sport, vrijwilligerswerk en de hele infrastructuur. Een van de speerpunten was het verbeteren van de schakelfunctie en zichtbaarheid van de wijkverpleegkundige in de wijk. ‘Ons achterliggende idee was dat een aanpak alleen effectief kan zijn als die aanhaakt op de hele situatie van mensen’, blikt Hamer terug. De motie was het startschot voor de eerste fase van het ZonMw-programma onder de naam ‘Zichtbare schakel. De wijkverpleegkundige voor een gezonde buurt’.

Met het geld dat dankzij de motie Hamer werd vrijgemaakt, werden tussen 2009 en 2013 projecten opgestart die de wijkverpleegkundige in de wijk zichtbaarder moest maken. Daarna volgde het programma ‘Zichtbare schakel fase 2: Opleidingsimpuls wijkverpleegkundigen’. Het accent lag nu op het toerusten van wijkverpleegkundigen voor hun nieuwe taken, die voortkwamen uit de verandering van de financiering naar de zorgverzekeringswet: het zelf indiceren van zorg, de samenwerking binnen en buiten het team wijkverpleging en het ondersteunen van zelfredzaamheid en eigen regie bij cliënten.

Breed opgezet

Heeft het programma opgeleverd waarvoor het in het leven is geroepen? Hamer toont zich tevreden met de brede opzet ervan. ‘Dat is in de geest van mijn motie van tien jaar geleden.’ Intussen is duidelijk dat de reikwijdte van de wijkverpleging sterk is toegenomen, constateert ze. ‘Dat betekent dat niet alleen het vak van verpleging en verzorging inhoudelijk moet worden versterkt, maar ook de samenwerking in teams, met andere disciplines, in de zorg en daarbuiten. Daarvoor heeft het programma Zichtbare schakel belangrijke stappen gezet.’

Ook Marieke Schuurmans, hoogleraar verplegingswetenschap aan het UMCU, heeft lof voor de brede opzet. ‘Ik kende wel stukjes uit het programma, maar had me nooit gerealiseerd hoe mooi al die verschillende elementen elkaar aanvullen: het algemeen toerusten voor het indiceren door wijkverpleegkundigen, het stimuleren van leiderschap – wat me enorm aanspreekt – en de kennisagenda, waar ik bij betrokken was. De enorme boost die dat heeft gegeven, spat ervan af.’

Meepraten

De zichtbaarheid van het hele team van de wijkverpleging is volgens Schuurmans dankzij het programma sterk verbeterd. Een van de opbrengsten van het programma is de opzet van de ambassadeurstrajecten voor wijkverpleegkundigen en verzorgenden, een leiderschapsprogramma bedoeld om de mondigheid van de beroepsgroep te vergroten. ‘Ik kom tegenwoordig wijkverpleegkundigen in allerlei soorten overleg tegen. In de media, bij de beroepsvereniging en in gemeenteraden. De rol van verpleegkundigen is veel steviger geworden.’ Ze vindt het fantastisch dat al die wijkverpleegkundigen in staat zijn om met kamerleden, bestuurders en beleidsmakers om tafel te gaan. Ook in haar werk als Chief Nursing Officer, waarbij ze de minister van VWS adviseert, heeft ze er profijt van. ‘Ik zeg altijd: ik heb liever dat wijkverpleegkundigen met de minister praten, dan dat ik dat doe. Het gaat over hún werk. Prachtig ook om te zien hoe al die beleidsmakers en kamerleden door wijkverpleegkundigen zijn meegenomen in de wijk.’ Schuurmans was voorzitter van de commissie die het Kwaliteitskader Wijkverpleging opstelde. ‘Mede dankzij de inbreng van ambassadeurs tijdens klankbordsessies was er een grote wisselwerking met de praktijk. Zij hebben bij elke stap in de totstandkoming feedback gegeven.’

Hamer heeft vanuit haar huidige functie meermaals haar betrokkenheid bij deze groep ambassadeurs getoond. Zij liet weten dat het broodnodig is dat zij met hun verhalen en kennis van de praktijk het contact blijven opzoeken met wethouders, politici en beleidsmakers. Hamer, nu: ‘Wat ik vooral goed vind, is dat de wijkverpleging een duidelijke positie en stem heeft gekregen op lokaal en regionaal niveau. Dáár moeten tenslotte alle veranderingen in de praktijk worden gebracht die op landelijk niveau bedacht worden.’

Leernetwerken

Een andere belangrijke Zichtbare schakel-opbrengst zijn de leernetwerken, waarin teams uit beroepsonderwijs en praktijk intensief samenwerken. In een aantal leernetwerken trekken duo’s van onderwijs- en praktijkprofessionals samen op, om van elkaar te leren. ‘Dat bij elkaar in de keuken kijken werkt goed’, zegt Schuurmans. ‘En je ziet dat deze initiatieven ook worden voortgezet als het programma stopt, omdat iedereen ze waardevol vindt. Het is daarbij goed dat in de leernetwerken steeds meer aandacht is gekomen voor de diversiteit binnen het team, zoals de verpleegkundigen in de wijk, verzorgenden en helpenden. Een duidelijke eigen identiteit is een voorwaarde om goed te kunnen samenwerken.’

Mariëtte Hamer: ‘Laten we nóg breder gaan samenwerken in de wijk’

Ook Hamer vindt het positief dat er dankzij het programma veel wordt samengewerkt tussen onderwijs en de zorginstellingen. Het feit dat leernetwerken gebruik maken van leren leren, reflecteren en teamleren sluit aan bij recente SER-adviezen over leven lang ontwikkelen. ‘Vanwege de grote tekorten in de zorg wordt het steeds belangrijker om instromers uit andere sectoren te vinden’, zegt Hamer. ‘Om die groep binnen te halen is het belangrijk dat werkgevers niet alleen naar diploma’s kijken, maar ook naar vaardigheden en de mogelijkheden om werken en leren te combineren. Ik denk dat de leernetwerken van Zichtbare schakel daar goed op inspelen. Ook als het gaat over de broodnodige versterking van de positie van mbo-professionals in de wijkverpleging door bij- of nascholing.’

Bekostiging

Toch zijn er zeker nog knelpunten, blijkt uit de evaluatie van het programma. Een daarvan is het feit dat de bekostiging van de activiteiten van de wijkverpleging uit drie verschillende wetten komt - Zorgverzekeringswet, Wet maatschappelijke ondersteuning en Wet langdurige zorg. Mede daardoor blijkt preventie maar moeizaam een plek te krijgen in de wijk, blijkt zowel uit de Zichtbare schakel-evaluatie als het Kwaliteitskader Wijkverpleging. ‘Preventie valt onder gemeentelijke financiering, en individuele verpleegkundigen denken dat zij alleen iets kunnen doen, als zij er een betaaltitel voor hebben', legt Schuurmans uit. ‘Daardoor verschilt de mate waarin preventie van de grond komt, heel erg. Niet alleen ontbreken de structuren, maar vooral ook de erkenning dat preventie onderdeel is van het werk van de wijkverpleging. Preventie is een brede taak die organisaties óók hebben.’

Ruimte nodig

Beroepsvereniging, financiers en werkgevers hebben dit jaar in het Kwaliteitskader Wijkverpleging afgesproken dat ze preventie willen stimuleren, maar de manier waarop, is nog onduidelijk. ‘Misschien moeten we gaan denken aan andere vormen van bekostiging’ zegt Schuurmans. ‘Daar wordt nu op een aantal plekken mee geëxperimenteerd.’
Het kabinet heeft de SER dit jaar gevraagd om een verkenning naar de betaalbaarheid van de zorg op lange termijn. Het is nog te vroeg om daar al uitspraken over te doen, zegt Hamer. ‘We zitten nu in de opstartfase; eind van het jaar moet de verkenning klaar zijn.’
In het verlengde van de discussie over preventie ligt de vraag hoeveel ruimte er eigenlijk is voor de professionaliteit van de wijkverpleegkundige. Schuurmans: ‘We willen graag de professionaliteit van de wijkverpleegkundigen versterken, terwijl professionals last blijken te hebben van het feit dat zij werknemer zijn. Ze zijn afhankelijk van hun werkgever en een ict-systeem dat vaak slecht aansluit op de praktijk. Dat is een spanningsveld.’

Hoe verder

Er komt een nieuw ZonMw-programma voor Verzorging en Verpleging. Welke lacunes zouden daarbij nog aan bod moeten komen? De Kennisagenda Wijkverpleging geeft hiervoor natuurlijk al een aanzet. Hamer hoopt dat de integrale benadering van de hulp aan mensen in de wijk verder wordt uitgebouwd. Schuurmans ziet graag onderzoek naar interventies voor wijkverpleegkundigen om patiënten met psychische problemen te ondersteunen. Ook naar gedragsverandering, zoals ondersteuning bij zelfmanagement en eigen regie, is volgens haar meer onderzoek nodig. Daarnaast is de rol van technologie tot nu toe onderbelicht gebleven. ‘Betrek wijkverpleegkundigen bij het ontwikkelen van technologische innovaties, zodat het resultaat straks ook echt van hen is.’  

Marieke Schuurmans: ‘Wijkverpleegkundigen moeten kunnen meedenken over oplossingen, om te voorkomen dat ze opbranden’

De noodzaak voor samenwerken en samen leren zal de komende jaren alleen maar toenemen, voorspelt ze. ‘De trend in de zorg is dat mensen zoveel mogelijk thuis zullen zijn. Wijkverpleegkundigen moeten kunnen meedenken over oplossingen, zodat ze niet opbranden. Prachtig dat het programma een succes is wat betreft het terugbrengen van de wijkverpleegkunde, maar we zijn er nog niet.’

Eindevaluatie

Wilt u meer weten? Neem dan een kijkje in de eindevaluatie 2014-2018 van het programma Zichtbare schakel fase 2: Opleidingsimpuls wijkverpleegkundigen. Hierin staan de belangrijkste resultaten beschreven, alsook de gekozen werkwijze en de gemaakte keuzes. Op de website van ZonMw vindt u meer informatie over het programma Zichtbare schakel fase 2 en over de activiteiten op het gebied van de wijkverpleging.

Eindevaluatie programma Zichtbare schakel fase 2: Opleidingsimpuls wijkverpleegkundigen

Dit artikel stond in de nieuwsbrief Kwaliteit van Zorg, editie februari 2019. Wilt u de nieuwsbrief ontvangen? Meld u dan aan.